Plesk handleiding - Dns
In Plesk kunt u zelf aangeven hoe de DNS afhandeling voor uw domeinnaam moet plaatsvinden. U kunt zelf records aanmaken voor subdomeinen, mailservers, DNS servers, reversed lookup en eventuele aliassen.
Als u de standaard instellingen gebruikt, wordt alles afgehandeld door de servers van Digit Supplies. U kunt desgewenst deze instellingen aanpassen, of aanvullen. Daarvoor kunt u de volgende records toevoegen:
| A | Het A record wordt gebruikt om een subdomein te koppelen aan een publiek IP-adres. U kunt zoveel A records toevoegen als u wilt. |
| NS | Met een Name Server record kunt u aangeven welke server(s) "authorative" zijn voor het afhandelen van uw domeinnaam. Deze servers moeten ook worden opgegeven als uw domeinnaam aangemeld wordt bij Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN). Het minimum aantal Name Servers is twee, het maximum is vijf. |
| MX | Het Mail Exchange record wordt gebruikt om aan te geven welke mailservers er verantwoordelijk zijn voor de afhandeling van uw e-mail. Als u veel e-mail verkeer verwacht, kunt u meerdere mailservers in uw domein opgeven, waarover het verkeer dan wordt verdeeld. Met behulp van getallen kunt u aangeven hoe de verhouding moet zijn. |
| CNAME | Met CName records kunt u eenvoudig aliassen aanmaken voor een subdomein, zodat het onder meerdere namen bekend is voor de buitenwereld. Het aantal CName records is in principe onbeperkt. |
| PTR | Met behulp van een Pointer record kan voor een ip adres een "reversed" record worden aangemaakt, die een IP-adres terugvertaalt naar een volledige domeinnaam. Het gebruik van PTR records is alleen noodzakelijk als u in het bezit bent van een IP-adres range waarvoor u zelf de DNS afhandeling moet doen. Meestal wordt dit door uw ISP al gedaan en kan een PTR record achterwege blijven. Voor de volledigheid van het DNS overzicht is er toch een PTR record opgenomen in de standaard instelling voor uw domein. |
| TXT | TXT records kunnen gebruikt worden voor het sturen van extra informatie over het domein, of de server. Eén van de nieuwe toepassingen is het gebruik van TXT records voor Spam Protectie. Hiervoor wordt een speciaal TXT record aangemaakt, volgens de SPF indeling. Hiermee wordt aangegeven welke servers er mail mogen versturen van dit domein. |
Om een record toe te voegen selecteert u het gewenste record type en klikt u op "Record Toevoegen". Om een record te verwijderen selecteert u het betreffende record en klikt u op de "Verwijder" knop. Als u wilt terugkeren naar de standaard instellingen klikt u op de knop "Restore Defaults".
De wijzigingen die u bij DNS aanbrengt zijn niet meteen actief. Hiervoor moet u nog op de "Bijwerken" knop klikken die bovenaan verschijnt. Hierdoor kunt u meerdere wijzigingen voorbereiden en deze in één keer doorvoeren.